Weer terug. Anders dan ik me voorstelde, was het gemakkelijker om aan die Minotaurus en Spinalonga te ontsnappen dan aan het all-inclusive arrangement. De naam is misleidend: all-exclusive zou beter zijn. Je krijgt gratis te vreten en te zuipen en kunt de hele dag aan het zwembad naar modern gebonk luisteren. Een soort Hotel California dus, of The Overlook Hotel uit The Shining. Het nabijgelegen Hersonissos is nog erger dan Scheveningen, dus maar snel een auto gehuurd, en het eiland verkend. De laatste week ons heil gezocht en gevonden in een studio in Agios Nikolaios, zonder voorgekauwd eten en goedkope drank, zonder stof en lawaai, maar met uitzicht over het binnenmeer, en met G.
De Minotaurus. Het beeld heeft mij, zelf een Taurus, altijd aangesproken. Een beklagenswaardig monster, dat voor zijn eigen geboorte niet verantwoordelijk kan worden gehouden, en in het labyrint waar hij gevangen werd gehouden om begrijpelijke redenen jongelieden en maagden tot zich nam. De drie belangrijkste symbolen van de Minoïsche cultuur vertonen dezelfde grondvorm: de horens van de stier, de opgeheven armen van de moedergodin en de dubbele bijl (labrys, vandaar labyrint). Het gaf me in om het slot van mijn artikel dat de Minotaurus in zijn titel heeft, aan te passen. De postmoderniteit wordt niet door de Minotaurus verbeeld, maar natuurlijk door het labyrint; de Minotaurus is de mens zelf in zijn postmoderne situatie, op weg om Theseus te worden. Hoe kan ik het ooit anders hebben gezien, vraag ik me nu af.
Minoïsche stierenkop, Knossos, 1550/1500 v.C.
Spinalonga, 'eiland van ellende'. Vanaf elke plaats aan de Kretenzische kust worden excursies aangeboden; op het eiland zelf is het een komen en gaan van plezierboten. Je wordt dan geacht je bij de gids van je taal te voegen, die je vervolgens overstelpt met informatie. Niets op aan te merken, maar dat hadden we op Knossos al meegemaakt: meelopen, stoppen, luisteren, verder lopen, weer stoppen, kortom: weer all-in/exclusive, want je komt aan je eigen indrukken en ervaringen niet toe. Ons snel van de groep losgemaakt en in de stilte van zon, wind, vestingmuren en een zee van ultramarijn door Peter Holvoet-Hanssen laten bevangen:
Straten van Pijn. Maar de meidoorn draagt rode vruchten. Ik
voel mij weggepikt. In mij groeide een roos, mijn bloem was
toch niet uitgebloeid? Moest ik gesnoeid worden om de
kans op een tweede bloei te vergroten? Ik berust, o Licht.
(Uit: 'Maria della Spina')
Met iets van heimwee naar nieuws volgde ik zo nu en dan wat discussies op de Contrabas, en zag dat Samuel Vriezen ook van start is gegaan. Heel goed. De komende tijd schrijf ik voor Meander over Van Bastelaere's laatste (op Kreta gelezen) en voor Bunker Hill iets over Yra van Dijks beschouwing over het wit in poëzie, aanstonds bij Vantilt te verschijnen (en dus nog niet door mij gelezen, vandaar misschien de term 'precensie'). En vertalen, want de wereld is zo all-inclusive niet.