Poëtica

Posted on Monday, July 03, 2006 11:25 PM

“Poëtische taal is dus 'gestoorde' taal, vertroebelde taal, die niet transparant is, maar bemoeilijkt door subjectieve elementen, bijbetekenissen en complicaties in de vormgeving welke een begripsvertragend effect hebben doordat ze de optimale, snelle referentie in de weg staan. Dat men poëzie langzamer leest dan feitelijke of praktische taal is een simpel ervaringsgegeven, maar het berust op een wezenlijke eigenschap van de poëtische taal: ze vertraagt het begrip, ze stelt het moment waarop betekenis tot stand komt uit, ze bewandelt een omweg naar het doel. Bij poëtisch taalgebruik zijn we niet zozeer geïnteresseerd in empirische feitelijkheden waarnaar wordt verwezen, maar in de wijze waarop het taalgebruik door de storingen waaraan het is blootgesteld andere, nieuwe betekenissen voortbrengt. (...)
Poëzie is dus in wezen weerbarstig; zij dwingt ons inspanningen te verrichten om tot betekenis te komen, terwijl de referentiële functie van de taal er juist op uit is, ons bij zo weinig mogelijk inspanning zoveel mogelijk aan betekenis te doen vergaren. Dat poëzie dikwijls moeilijk te begrijpen is hoeft ons dus niet te verbazen: het ligt in haar aard. Sterker nog: gemakkelijke poëzie is per definitie verdachte poëzie.”

Bronzwaer

Waar is dit uit? Vaessens en Joosten? Woesj? Yang? Nieuwzuid?
Nee, het staat op p. 20/21 van Lessen in lyriek van W. Bronzwaer, (SUN, Nijmegen 1993), afgelopen zondag voor 1 (één) euro op de kop getikt op de boekenmarkt op het Haagse Voorhout. Ik zei toch al dat postmoderne poëzie een ongemakkelijke term is.

Post Comment

Title  
Name  
Url
Comment   

ATTENTION: the code you need to copy is CaSe SeNsItIvE and is required to prevent spam.
Enter the code you see: