Posted on Friday, May 04, 2007 10:59 PM
Ik had dit postje ook 'Bij het opruimen van mijn bureau' kunnen noemen, of 'IJdelheid der ijdelheden', maar de waarheid is dat ik deze voordracht uit augustus 2005 over F. van Dixhoorn, waar ik vanmiddag op stuitte, te aardig vind om niet aan een groter publiek te laten zien. Tekenaar Markus (bekend van tekeningen in de VPRO-gids) had me gevraagd te spreken bij de presentatie van twee wandschilderingen in de Middelburgse bibliotheek, waarvan er één geïnspireerd was op Van Dixhoorns werk. Ik zal niet zeggen dat het erg diepzinnig of raak is wat ik allemaal zeg, of dat ik het nu, bijna twee jaar later, niet heel anders zou doen (nog luchtiger!), maar het was aardig om het ten overstaan van een lekenpubliek over zo'n merkwaardige dichter te hebben, - iemand over wie zelfs Erik Jan Harmens in De Groene van deze week (inmiddels hier te lezen) nog dingen weet te zeggen die tot nadenken stemmen, al laat hij juist door zijn queeste naar de waarheid in Van Dixhoorns werk zien geen oog te hebben voor de veronderstellingen die eraan ten grondslag liggen. Maar dit terzijde.
De eerste halve minuut spreekt Wim Noordhoek over Willem Brakman en zijn Erik Lindner (gehurkt) en Hans Groenewegen (in ruitjesbloes) nog te zien; Dix zelf, geamuseerd als altijd, gaat in het publiek schuil. De camera was in handen van Tsead Bruinja, die het gecompliceerde en eigenzinnige karakter van het apparaat adequaat tot uitdrukking brengt.