Van schoenen en splinters

Posted on Sunday, July 01, 2007 2:49 PM
Gerrit Willem Dijsselhof - Kunst en samenleving

In de NRC van afgelopen vrijdag een groot artikel van Ron Rijghard over hoe poëzie een rol zou kunnen vervullen in de samenleving, en op de Contrabas een aantal bijdragen van Dirk Vekemans over hoe poëzie vrij kan worden gemaakt van haar maatschappelijk/commerciële inbedding. Het is niet zo dat beide pleidooien positie ten opzichte van elkaar zouden kiezen - het eerste is vooral een poëtica, het tweede een pleidooi voor een bepaalde politiek - en de tegenstelling die ik tussen beide zie is dus voor mijn rekening. Maar duidelijk is dat ik me zowel vanuit het oogpunt van de samenleving als van de poëzie in geen van beide strategieën kan vinden.

Aan Rijghards pleidooi voor 'instappoëzie' hoeven weinig woorden te worden vuilgemaakt. Waarom moet kunst (poëzie) toch altijd naar het volk worden gebracht, in plaats van dat het volk zich es inspant? Hoe kan men zich de zo gewenste volksverheffing anders indenken?
Net als Pfeijffer destijds ontwaart Rijghard twee 'mythen'. De eerste is dat een gedicht “geen poëzie is als je het na één keer lezen doorhebt. Want dan ben je er klaar mee, heeft het geen diepere lagen en dat is wat literatuur tot literatuur maakt.” Maar het spreekt natuurlijk vanzelf dat je een gedicht best in één keer door mag hebben - was dat niet waar juist de experimentele poëzie zich op beriep? “Begrijpelijkheid van poëzie is niet alles, verstaanbaarheid wel”, zei Elburg in Atonaal al: pas wanneer poëzie een lezer wat doet zal die bereid zijn haar nog eens te lezen, en nog eens - en juist dat nog eens willen lezen maakt een van de voornaamste charmes van poëzie uit. Nachoem Wijnberg schreef onlangs een hele bundel Liedjes vol over dat onderwerp.
De tweede mythe: “dat je een gedicht niet kan samenvatten, niet mag samenvatten. Een gedicht heeft geen plot, want het dankt zijn gedicht-zijn aan de vorm. De dichter weet precies wat hij wil zeggen en zegt het op deze manier, dus het gedicht op een andere manier met hetzelfde materiaal herscheppen, in je eigen woorden, is ondenkbaar. Het lijkt mij een misvatting dat het gedicht geweld wordt aangedaan als je erover praat in je eigen woorden. Dat is de opvatting van inboorlingen die bang zijn dat je hun ziel steelt als je een foto van ze neemt.”
Het spijt me, maar dit is wel van een heel erbarmelijk niveau, ondanks het gesuggereerde contrast tussen de 'inboorlingen' en de schrijver. Een gedicht kan best een plot hebben, maar die plot is het gedicht nu een keer en helaas niet. Wat blijft er over van Van Eycks De tuinman en de dood zonder 't rijm, het ritme, de strofe-indeling? En weet de dichter precies wat hij wil zeggen? Nee, hij weet vooral hoe hij het wil zeggen. En waarom eigenlijk zou je 't gedicht in je eigen woorden willen navertellen - mankeert er dan iets aan het gedicht? Dan zou ik een ander zoeken, dat wel voldoet.
Die angst van die inboorlingen ten slotte kan ik me wel indenken - er is hen nog wel meer ontnomen - maar afgezien daarvan: zij menen terecht dat de fotografie het onzichtbare - dat wat normaal gesproken vervliet in de tijd - zichtbaar maakt en kwantificeert, terwijl bij parafrase van een gedicht precies het omgekeerde gebeurt: daar wordt het zichtbare - de vorm - onzichtbaar gemaakt, om een tijdloze inhoud aan het gedicht over te houden. De truc is natuurlijk dat door het navertellen die inhoud van nieuwe vorm wordt voorzien, dwz wordt gemythologiseerd, zodat het oorspronkelijke gedicht - dat zich door haar vorm tegen manipulatie verzet - er door kan worden vervangen.

Het is allemaal ouwe koek en ongetwijfeld erg conservatief wat ik hier zeg. En ik begrijp natuurlijk dat de NRC graag een pleidooi voor begrijpelijke poëzie op de voorpagina van haar cultuurbijlage plaatst. Maar in Rijghards stuk lees ik eigenlijk maar één mythe: dat poëzie moeilijk is, terwijl ze zo gemakkelijk zou kunnen zijn. En poëzie moet gemakkelijk zijn, omdat ze anders aan een elite voorbehouden blijft, en je er dan bovendien ook niets aan 'hebt'. Maar poëzie is niet voor iedereen, - al is ze evenmin bedoeld voor een elite. Ze is juist en alleen op grond van haar vorm 'moeilijk': die weerstaat immers annexatie door het begrip, zoals elk ruimtelijk lichaam dat doet, waarmee je niettemin om moet kunnen gaan. Daarom kan poëzie niet aan een buiten zichzelf gelegen doel dienstbaar worden gemaakt, zoals Rijghard wil: ze is haar eigen zin. Mij kost het vaak genoeg moeite om een gedicht te doorgronden, en lang niet altijd kom ik eruit. Nou, dat is dan maar zo. Er zijn wel meer dingen in de wereld waar ik niet uitkom, maar waarmee ik toch te maken heb - waarom zou het met een gedicht anders zijn?

Andy Warhol - Mao
Andy Warhol - Mao

Pas aan het eind van zijn stuk legitimeert Rijghard zijn eis dat het gedicht zich aan hem uit moet leveren: hij wijst er dan op dat hij een mens is en emoties heeft. 'Ja, ik huil soms ook nog, u niet?' vraagt hij. Als ik het in Nietzscheaanse termen mag zeggen, dan bespeur ik daar een rancuneuze slavenmoraal in, of meer actueel (hoewel) een LPF-mentaliteit*) die recht wil doen gelden op het exclusieve, het hoogste en het moeilijkste, eenvoudig omdat men mens is en gevoelens heeft. Tranen, emoties, kortom datgene waarmee men aan het leven lijdt, vormen dan de vordering die de door Rijghard aangehaalde 'leraar, verpleegster, politieagent, politicus en interieurverzorger' op het leven uit hebben staan, en die moet worden terugbetaald. Het komt mij voor als puur populisme om uit hun naam te spreken en als een vorm van misplaatste solidariteit. Solidariteit is immers niet: zo schrijven dat de menigte je begrijpt, maar strijden voor de menigte met wapens die zij zelf niet heeft. Maar Rijghard werpt zich op als woordvoerder van een nieuwe opstand der horden tegen wat bijzonder is en de moeite waard - een moeite die hem zelf te veel is. Poëzie wordt bij hem een aai over de bol, een verhaaltje voor het slapen gaan, een opiaat voor vermoeide geesten. En zo kom je dan tot een pleidooi voor kunst voor het volk, op de voorpagina van de cultuurbijlage van een elitekrant. Enfin, genoeg.

Met het pleidooi van Dirk Vekemans voor een poëzie die juist in geen enkel opzicht dienstbaar zou moeten zijn - in elk geval niet aan de commercie, en allicht ook niet aan een maatschappelijk doel, al blijft poëzie in meer of mindere mate natuurlijk betrekking houden op de maatschappelijke werkelijkheid - ligt het aanzienlijk moeilijker. Vekemans, die als ik het goed heb begrepen tot dusverre uitsluitend op het internet heeft gepubliceerd, verzet zich tegen een kwantificering van poëzie, tegen pogingen handelsgoederen van gedichten te maken. Incipit het internet: daar kan poëzie buiten de logica van het marktdenken om bestaan, als in een soort van testfase vóórdat de boekpublicatie, waar het ook volgens Vekemans ten slotte van moet komen, haar consacrerende werk komt doen, wat overigens vooral opgevat zou moeten worden als steunbetuiging aan het creatieve proces.
Het is, na Rijghards stuk, op zich een verademing om regels te lezen als deze:
"Het blijft een ethische ramp van jewelste om dat wat het hoogste goed van een samenleving behoort te zijn, haar creatieve productie, en zeker die productie die zich wil inschrijven in een van de meest essentiële tradities, op economisch dwingende wijze te zien verworden boekje na boekje na plakje van hoogst sentimentele drab, of tot een smakeloos herkauwen van honderdmaal uitgekopieerde pseudo-modernismen. De poëtische elite in ons taalgebied, zij die uit die drab zijn opgestegen, kan je daarbij onmogelijk nog vrijpleiten van ten minste een klein beetje arrivisme, en dat komt natuurlijk ook omdat ze zich achter hun tekstkapitaal verschuilen, dat dan wél oploopt tot net genoeg om bij de volgende publicatie uit de kosten te komen."

Jeff Koons - Hoover vacuum cleaner
Jeff Koons - Hoover vacuum cleaners

Maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Vekemans de poëzie hierdoor in een soort vacuüm zuigt - in een terzijde wijst hij er naar aanleiding van een opmerking van mij op dat hij zich nooit in literaire wandelgangen begeeft - ook al lijkt zijn oproep voor een 'open source mentaliteit' op het tegendeel te wijzen. Het probleem is alleen dat op het internet en in de wereld de dienst vooralsnog niet wordt uitgemaakt door Linux en Wikipedia, maar door Windows en Google. Natuurlijk is het mooi wanneer men zichzelf met print-on-demand kan bedruipen, maar die onafhankelijke productie is niet het enige. Je wilt toch ook de markt niet met rust laten, maar haar integendeel dwingen zich met je te bemoeien zonder op haar toe te geven: alleen dan verzeker je je ervan dat ze zich in moet laten met iets dat aan haar vijandig is en, hoe weinig ook, bedreigt. Ik zie daarom meer in een aloude postmoderne strategie waarbij poëzie zich juist in die commercie inschrijft, er van steelt, zich er als een ziektekiem in vasthecht om het zo tot ontbinding aan te zetten. Dat laatste, ik besef het natuurlijk, is weinig minder dan naïef utopisch idealisme, maar is me toch liever dan een 'zuivere' poëzie die zich door de markt onder opgaaf van redenen kan laten negeren. Zolang grote uitgeefconcerns en financiële instellingen door publicaties en prijzen blijkgeven een stem te willen behouden in het poëtisch bedrijf, betekent poëzie nog iets in die wereld. Dan is poëzie geen schoen waar je moeiteloos instapt, maar een venijnige splinter die niet wil wijken.

*) Maar dan zonder Fortuyn!

Feedback

# re: Van schoenen en splinters

7/1/2007 4:52 PM by Lucas Hüsgen
Rijghard wil graag citaatwaardige poëzie. Een van de meest geciteerde dichtregels dunkt me 'alles van waarde is weerloos' van Lucebert. Het aardige is niet alleen dat Lucebert natuurlijk niet echt binnen RR's definitie valt, maar dat ook het brongedicht, 'de zeer oude zingt:', uit de verspreide gedichten 1952-1963, in zijn geheel niet echt overloopt van instant begrijpelijkheid. Neem alleen al de twee openingsregels:

'er is niet meer bij weinig/ noch is er minder'

Hoe dan ook, het is dus mogelijk gebleken om een alom nazingende regel aan te treffen in een lastig oeuvre. RR's opvattingen zijn dus op de verkeerde feiten gebaseerd.

# re: Van schoenen en splinters

7/1/2007 6:11 PM by Samuel
Mooi betoog, Rutger, mooi ook om te pleiten tot het dwingen van de markt.

Wat Rijghard betreft: m.i. heeft hij gewoon iets te graag stelling genomen, en dan moet er gepolemiseerd worden, en polemiek in Nederland is vaak toch schieten tegen de lat. Terwijl er in zijn betoog ook wel een interessante vraag zit, namelijk, waarom is er geen Billy Collins in Nederland? Dus inderdaad, iemand die poezie schrijft die klinkt alsof je buurman in gewone buurman-taal je iets geks of moois verteld wat hij heeft meegemaakt. Ook onze parlando-poezie heeft toch altijd stiekem ergens een vleugje verhevenheid er in, en onze populistische poezie is vaak juist niet parlando maar eerder rijmelarij. De populistische poezie van Amerika is kennelijk net iets moderner dan de onze. Surprise, surprise.

Ik zou zelf trouwens niet willen /pleiten/ voor Billy Collins-achtige poezie, zijn poezie vind ik zelden spannend, doe mij op het eenvoudige parlando-vlak liever een wat avontuurlijker dichter als James Tate. Maar de vraag is wel interessant - als het tenminste inderdaad waar is dat er geen Collins-achtige poezie in Nederland wordt geschreven...

# re: Van schoenen en splinters

7/1/2007 6:20 PM by Dirk Vekemans
Bedankt Rutger dat je die betoogjes van me hebt willen doornemen, het durft mij wel 's aan bondigheid te schorten. . Toch ook hier nog wat tegenwerpingen.

Ik zie mij minder pleiten voor een 'zuivere' poëzie dan voor een schrijven dat zich los van al te makkelijke verpakkingen laat inschakelen in een veralgemeende creatieve praktijk. Het besef is denk ik vooral bij er vrolijk op los hackende jongeren, groeiende dat de hele it-boom ook een gemeenschappelijk platform aanreikt aan ieder die zich op welke manier dan ook creatief wil inzetten. Of het nu om beeldend, auditief, literair of vreemdsoortige hybrieden van die traditionele takken van het creëren gaat, alles komt uiteindelijk in bestanden terecht: "all goes up in flies/files" heet het niet toevallig ergens in mijn Kathedraaltje.

Vandaar ook, als ik het nu effie wat simpel mag stellen, de prioriteiten die ik mij voor ogen houd/hield, het louter op internet 'publiceren' enz. Ik vind nu eenmaal dat je daar veel sneller aansluiting vind met de levende cultuur dan door het naar het affe object toe te willen werken, het gearriveerde kunstwerk. Want kunst en dat werkje is mij al bij voorbaat te link geworden, daar ploeg je niks mee om, daar zet je alleen maar de dingen verder te veil.

Het is in die optiek dan een begrijpelijke maar ook uiterst conservatieve reflex om zich te willen gaan vastklampen aan een allegaartje van overle(ve)ringen, het soort goedlopend van de erogene zones uitpuilende romantieke hansworst dat dan als den Dichter gedraaid wordt. Dat resulteert dan ook in zo'n typetje als onze Vriend van de Poëzie, iets dat in vierendertigste instantie dan weer leuk want wanstaltig correct is. En dan zie je natuurlijk dat in rondje vijfendertig men er niet meer in slaagt om daar nog enige distinctie tegenover te stellen. De op zichzelf toeklappende parodieën maken dan hooguit nog de hoge fluittoon van een deskundig afgelaten ballonnetje.

Ik wou eerst 's proberen om wat anders te laten zien. Stilletjes aan raak je dat natuurlijk ook wel beu, dus uiteindelijk zal ik ook wel - vergeefs of niet- aansluiting zoeken bij het literaire gangkruipen, oeps, wandelen.

Enfin, ik heb er vandaag al een boutade opzitten, vide mijn eigen stek, het is nu wel effie welletjes geweest. Maar nee dus, niet zuiver, heel erg besmeurd eerder met slijmerige restjes rottende propriety code er tussendoor. Een poëtische praktijk op het egaliserende raak- en denkvlak van de lopende code, een praktijk die zich ook viraal op de machtscode ent, de nonsens van de schijnstilstanden doorprikt en die voortdurend de energieën opgewekt door de in elkaar hakende doemmachines af- en om wil buigen naar een vitaal elan.

En het afval daarvan, het onverteerbare dat dan in de volle naglans van de parelende patina blijkt, die mag wat mij betreft inderdaad ter etalering en consecratie worden aangeboden, bijgezet in het pantheon van het Eternele Schone. Je mag het wat mij betreft ook meteen in de vuilbak kieperen, maar dan zo krijg ik nooit wat verkocht, en die zich opstapelende rekeningen met al dat kathedralesk creationisme, enfin ik moet daar geen stripfiguurtjes bij tekenen, vermoed ik.

Prettige zondag nog, ook voor de 'niet onaardige' dichter hierboven, da's nu al een mooie anekdote. Het nazingen en zinderen van regels krijg je inderdaad pas als je met de ogen wijds open de ontelbare cycli van eenvouds verlichte waters hebt doorgemaakt. Die moet ieder brein op een haar geeëgende manier door, dus hermetisch, onbegrijpelijk en onweerstaanbaar duidelijk zijn we allemaal.

# re: Van schoenen en splinters

7/1/2007 11:56 PM by RHCdG
Dirk,
Je begrijpt, het is taal naar m'n hart die je daar spreekt, van de slijmerige restjes rottende propriety code er doorheen tot de virale werking op de machtscode: geen 'zuiverheid' dus.
Maar over de levende cultuur: ik weet niet of die zich nu uitsluitend of voornamelijk op het internet afspeelt - wat daar gebeurt (en even voorbijziend aan de grote bedrijven waarvan ik de websites zo graag vertaal) is in elk geval geen dominante cultuur. Ik geloof niet dat het vruchtbaar en effectief is om uitsluitend in die marge te opereren - al heb ook ik gekozen om het werk van mijn vader online te zetten in plaats van eenmalig de vlam aan te wakkeren zodat die met het dan tot stand gekomen deeltje verzameld werk - mede mogelijk gemaakt door een idealistische uitgever en vele subsidiegevers - voorgoed kan doven.
Dat Tonnus Oosterhoff het met zijn hermetische, onbegrijpelijke en onweerstaanbaar duidelijke poëzie voor elkaar krijgt om de VSB-prijs te winnen en na 15 jaar een deel verzameld werk uit te brengen is weinig minder dan een triomf voor de poëzie - al is het daarmee nog niet, en nooit, een nederlaag voor de markt. Maar ze heeft er wel haar handen aan vuil gemaakt, en daarin schuilt de 'overwinning'. Het is niet veel, maar het is genoeg.
Wat me nog niet helemaal duidelijk was: op de Contrabas heb je het over een onafwendbare mentaliteitsverandering, en ook zeg je dat het 'zo' niet veel langer vol te houden is. Kun je nog eens uitleggen wat je daarmee bedoelt?

# re: Van schoenen en splinters

7/2/2007 12:49 AM by RHCdG
Samuel,
Er is natuurlijk niets tegen parlandopoëzie, maar Rijghard lijkt erop uit de hele poëzie tot praatvers terug te willen brengen. Nou goed, ook een goede parlando-dichter zal er voor zorgen dat zijn anekdote stevig aan de vorm gebonden blijft. Vaandragers 'De kroketten in het restaurant/ zijn aan de kleine kant' klinkt in elk geval anders dan de parafrase 'De kroketten zijn aan de kleine kant in het restaurant'. Ook hier gaat het dus niet om concrete dingen uit afkeer van symboliek, maar nog steeds om symboliek - ieder gedicht is tenslotte symbool - en wel door middel van concrete dingen.

Lucas,
In verband met die inboorlingen schiet me nog een andere nazingende regel van Lucebert te binnen: er is een grote norse neger in mij neergedaald...

# re: Van schoenen en splinters

7/2/2007 10:21 AM by Dirk Vekemans
Hm, Rutger, ik weet niet of je sowieso wat aan kan met die oorlogsmetaforen. Ze komen recht uit het modernisme en de avant garde retoriek, ik mag dat lusten, zeker bij Schwitters en Chlebnikov bv, maar we zitten toch ook wel een cyclus verder. Die verhouding met de oude avant garde dat is een heel complex gegeven op zich, ik heb daar verleden jaar op Empyre in voorbereiding van Documenta in Kassel mee over gediscussieerd met enkele collega Codeurs in de Literaire orde. Het zou ons te ver voeren, allicht...

Maar de markt dat zijn (ook) wij, onze handen zijn nooit proper en er is geen schrijven dat zich ergens buiten kan stellen. We bouwen die interioriteiten en die boze wereld buiten, met een daarbijhorende naspeurbare I/O graag op in ons hoofd, maar zolang de praktijk daar geen sporen van draagt heb je alleen maar knikkertjes en het aardig klinkende spel.

Ook: we leven in een overgangsfaze, de overgang wellicht naar de tijd dat er alleen nog maar overgangen zullen zijn, dus ik zou het dwaas vinden om normatief te willen gaan bepalen in welke richting wie wat moet gaan doen.
Ik vind die dingen van Oosterhoff ook goed, maar een overwinning kan ik daar niet in zien. Een overwinning zou ik het noemen als bv ipv -hoeveel is het - 0.25% van onze begroting er een decisief percentage naar ontwikkelingshulp zou gaan. Ik bedoel maar: die contrasten zijn mij te groot, de literaire incrowd die zichzelf al voettrappelend hoog houdt zodat ze voldoende schijn kan vangen van vuurtorens om voldoende sponsoring los te weken zodat ze prijzen kan uitschrijven die dan weer het voettrappelen aandrijven...

Er zit daar ook een exploitatielogica in, van een globale doodsdriftmachine, die je eigenlijk best door een liefst deleuziaanse, maar als het moet versimpeld marxistische bril kan lezen. Het doemdenken is aan mij niet besteed, maar je moet ook niet blind zijn voor de realiteit. En, een reële inschatting van het eigen belang, dat mis je soms toch, in die zichzelf bejubelende 'hoge' schrijverij? Misschien heeft dat dan toch iets te maken met de financiële structuren daarachter. Ik bedoel maar ik kan mij perfect vinden in de analyzes van Van Bastelaere, maar waar blijven de gevolgtrekkingen?

Wat ik dan zoek op internet is niet zozeer het esthetiserende experiment met de vooruitgangsgedachte die daar bijna onlosmakelijk als tweelingbroertje aan kleeft, maar een praktijk van coderen recht in het hart van de 'grote' codeurs van deze tijd, de Google zomerKampen, het Adeube macromormel dat de Dienst uitmaakt voor de legioenen van de reclameproducenten, de duizendslurfige stofzuigers die alle creatieve energie tot de laatste kruimel door de smeerleidingen van het Grote Vehikel willen jagen, dat japetsmanskunstje dat op grotesk-schokkerige en slijmpjeslatende wijze naar de Laatste Afgrond wil slepen.

# re: Van schoenen en splinters

7/3/2007 1:45 AM by RHCdG
Dirk,
Bedankt voor je uitweiding. Ik ben het (opnieuw) met je eens dat oorlogsmetaforiek weinig zin heeft, dat er iets verstokts modernistisch zit in dat denken in tegenstellingen als dit domein vs. dat domein, en dat het zich bovendien slecht verhoudt tot de hele homeopatische idee van ziektekiemen en virale inwerkingen. Ik moet daar voor mezelf scherper op toezien.
In een wereld die niet stilstaat maar van overgang naar overgang snelt, kan noch van tegenstellingen, noch inderdaad van vooruitgang worden gesproken. De marge hoeft dan niet tot centrum te worden gepromoveerd, omdat ook die twee zich vloeiend tot elkaar verhouden. Maar het betekent ook, dat er dan geen Laatste Afgrond is (al houd ik het voor mogelijk dat de grote dienstdoenders zo'n afgrond gedurig voor zich zien en er zo nu en dan met een beurskrach ook inlazeren).

Ik heb de plaatjes van Mao door Warhol en van de consumentenproductstofzuigers van Koons erbij gezet om aan te geven (ik zeg het maar in versimpeld marxistisch jargon, ook omdat ik Deleuze nog steeds maar niet heb gelezen):
1) dat kunst wat van het kapitaal kan opsteken: ideeën, methoden en materiaal (Koons)
2) dat de commercie zelf (Warhol in de huid van het kapitalisme) tot de productie van beelden kan komen die - weliswaar in het door haarzelf geschapen discours - vreemd en vijandig aan haar zijn.
In beide gevallen bestaat er in elk geval een relatie, misschien zelfs een innige verstrengeling tussen beide, en die zou ik graag verder geïntensiveerd willen zien (vandaar ook dat ik me een beetje in mijn hemd voel staan met die oorlogsmetaforen), eventueel tot opheffing van het onderscheid toe. 'Recht in het hart coderen' noem jij dat - wat je daarbij precies voor ogen staat weet ik niet, maar mogelijk gaat men je uitblijven als een gemis ervaren; dat zou mooi zijn.
Bedankt voor je bijdragen!

# re: Van schoenen en splinters

7/15/2007 7:06 PM by elz
Ik vind het allemaal zo deftig en gewichtig dat ik halverwege mijn belangstelling verlies. Jullie kunnen toch allemaal wel beter? Niet zo bang zijn iets gewoons te zeggen, hoor.

Post Comment

Title  
Name  
Url
Comment   

ATTENTION: the code you need to copy is CaSe SeNsItIvE and is required to prevent spam.
Enter the code you see: