Of wij nu links of rechts zijn
wij gaan slapen
omdat wij moe zijn
(Gerrit Kouwenaar)
Als het waar is wat ik in een vorige post zei, nl. dat van schrijvers een onafhankelijk, niet door partijbelangen bedorven oordeel wordt verwacht over maatschappelijke kwesties, dan mag ik niet achterblijven. Hierbij dus een officieel RHCdG-stemadvies voor de verkiezingen van vandaag!
Nu moet ik direct aantekenen dat ik om politieke opvattingen niet heel erg veel geef - en dat is dan meteen zo'n typisch schrijversstandpunt. Opvattingen, daar zadel je een personage mee op, een Lodewijk Stegman bijvoorbeeld; maar zelf blijft de schrijver vrij. Alleen de raadselachtige Multatuli deed het andersom.
Ik geef wel om 'politiek', in de breedste zin van het woord, maar meningen en 'standpunten' zijn wel de slechtste hulpmiddelen om veranderingen mee in gang te zetten: het zijn tenslotte versteende uitdrukkingen van ervaringen, en wie er trouw aan zweert, loopt dus altijd min of meer achter de feiten aan. Men denkt er dan wel zijn identiteit aan te kunnen ontlenen, maar in werkelijkheid zijn ze grotendeels inwisselbaar - het is tenslotte 'bovenbouw' - en dienen ze maar al te vaak als alibi en excuus voor het gat tussen willen en kunnen. Anders gezegd: men beweert maar wat, of men zoekt een mening om zichzelf mee op de kaart te zetten. Zojuist keek ik naar de debatten op Ned. 2 en constateerde dat ik het met alle deelnemers wel eens was: het zijn allemaal mogelijke voorstellingen van de werkelijkheid - maar dat die mensen zelf zo aan het door hen vertegenwoordigde standpunt gebakken zitten: dat stemt pas treurig.
Ik heb in het verleden op allerlei partijen gestemd, en maar al te vaak ook blanco; de enige constante is altijd geweest dát ik stemde, en eigenlijk kon ik ook daarvoor de laatste jaren geen goede reden meer bedenken. Democratie is al lang niet meer 'op de tirannie bevochten', zoals ik in mijn jeugd nog wel eens te horen kreeg, maar eerder een mantel die om fundamentele veranderingen - in de 'onderbouw' - wordt gedrapeerd, die ook zonder onze formele consensus wel doorgang vinden. Een legitimeringsmachine.
Toch breng ik deze verkiezingen met volle overtuiging - nee, niet met overtuiging, maar wel met enig sentiment - mijn stem uit op een partij waarvan de hoofddoelstelling nu eens geen platform biedt waarop kiezer en partij elkaar wederzijds kunnen feliciteren, maar die integendeel aanzet om dat platform zelf eens aan enige scrupule te onderwerpen. Ik bedoel de Partij voor de Dieren.
Ja, hoor ik zeggen, als je je nu helemaal buiten de orde wilt plaatsen, stem dan op die partij. Neem bv. Arie Altena, die vorige week op zijn weblog vertelde de stemwijzer voor de Europese verkiezingen te hebben ingevuld, waar hij getroffen werd door 'all the stupid questions about animals' - Arie schrijft graag voor een internationaal publiek. Nu is Arie literatuur-, kunst-, cultuur-, postmodernisme- en mediadeskundige, dus dat is niet gering.
Maar ja, dat heeft met dieren allemaal niet veel te maken. Die zijn niet postmodern. Die maken geen kunst, schrijven geen gedichten, zitten niet met hun kop bij Knevel en Van den Brink. Die zitten, als ze de pech hebben een varken te zijn, hun korte, tot op de dag uitgerekende leven lang in een hok waarin ze zich niet kunnen keren, omdat het daarvoor te smal is. Of ze worden, als ze kip zijn, door een grote stofzuiger opgezogen. Of ze krijgen, als ze een Franse gans zijn, een keelbuis in hun strot geduwd, om een lever die anders 100 g zou wegen een gewicht van 2 kilo te geven. Moet ik doorgaan? Over de megastallen? Varkensflats? Onverdoofd castreren? Leegvissen van zeeën? Vivisectie?
Francis Bacon, Figuur met vlees, 129,9 x 121,9 cm, 1954.
Het lastige van dit soort voorbeelden is dat ze zo sacrosanct zijn: iedereen is het wel met je eens. Wie met zulke standpunten politiek wil bedrijven laadt dan ook de verdenking op zich een soort magische, vrije zone te willen bezetten die verder geen legitimering behoeft, en die zich dus ook eigenlijk niet voor het bedrijven van politiek leent. Als het dan over meningen en opvattingen gaat, zou deze van de Partij voor de Dieren pas met recht gratuit en retorisch kunnen worden genoemd.
Maar helaas voor Arie Altena en zijn 'stupid questions about animals': het is natuurlijk precies andersom. Wanneer de politiek erop is ingericht om de verhoudingen tussen mensen te reguleren, dan is er een standpunt van buiten die maatschappelijke orde nodig om die gang van zaken te kunnen legitimeren - niet andersom. Niet de politiek is het einddoel, maar de kwaliteit en het niveau van een samenleving, en van het leven binnen die samenleving.
Dat werpt weliswaar de vraag op naar het a priori voor de bepaling van dat niveau. Waarom zou uitgerekend de behandeling van dieren de maatstaf moeten zijn voor de beoordeling van een samenleving? Kom je daarmee niet binnen de kortste keren in religieus vaarwater terecht: dieren als onschuldige schepselen Gods, waarvoor wij een bijzondere verantwoordelijkheid dragen? Maar dieren zijn niet onschuldiger dan wijzelf. Waar het om gaat is dat de politiek en het democratische systeem - dus deze globale overeenstemming over hoe we met elkaar verkeren - wel de betrekkingen tussen mensen onderling regelt en de manier waarop wij ons tot onze omgeving verhouden, maar dat beide daarmee vanzelf ook een politiek van uitsluiting bedrijven: er zijn, naast mensen, nog andere levende wezens waarvan wij het bestaan bepalen, maar die daarover geen zeggenschap hebben.
Daarom is de Partij voor de Dieren ook geen politieke partij in de gewone zin van het woord. Het is in zekere zin een a-politieke partij - niet op de doorzichtige manier van de PVV of de SP, die Brussel en Den Haag veroveren door te beweren het gedoe in Brussel en Den Haag zat te zijn - maar doordat ze de politiek als geheel erop wijzen dat we eerst af moeten van die voordeelpakken opgezogen kipfilet, voordat we ons überhaupt afvragen of we rechts of links zijn.
Lees ook het vervolg: Post Scriptum bij Stemadvies